Sunday, February 11, 2007

Friday, February 09, 2007

Tas

Mijn schoudertas is bruin en geel; ik kocht hem op een zondagmiddag in een tassenwinkel aan Bedford Avenue in Brooklyn – de hipste straat van de hele wereld. Toen althans – het was nog voordat ik jou ontmoette, een jaar of twee daarvoor. Het was de gelukkigste dag van mijn leven, tot dan toe. De zon scheen en de tijd stond stil. Ik wilde nooit meer een andere, ook al vond jij het maar een versleten onding. Ik heb hem altijd bij me. De inhoud van de tas: gsm, paspoort, pen, notitieblokje, autopapieren, agenda, een pakje kauwgom.

Nadat ik allang per ambulance naar het ziekenhuis was vervoerd, werd hij pas gevonden. Een politieagent die bezig was met het sporenonderzoek zag hem naast het bankje staan waar ik die middag mijn boterhammen heb zitten eten. Nu staat hij weer vlak bij mij, op de grond, naast mijn bed. Mijn tas met al mijn spullen. Mijn naam.

Jij kwam sneller dan ik dacht en toen je me zag, hield je je vast aan mijn bed. Alsof je anders misschien niet zou blijven staan, hield je je handen om het ijzer geklemd. Ik moet er vreselijk uit hebben gezien; zo lang lag ik nog niet op de kamer, een halve dag hooguit. Je ogen bleven op mij gericht. Eerlijk gezegd zag jij er ook niet geweldig uit, het tegenovergestelde van hoe ik je ken. Lijkbleek, bang, je haar in de war, zoals het zit als je door een storm gefietst bent. Je raakte mijn hand voorzichtig aan, bang voor hoe het zou voelen misschien. En je praatte tegen me, zo zacht dat ik je nauwelijks kon verstaan. Het bleef een monoloog.

De doktor lichtte je in. Je luisterde aandachtig. De gang was wit en donker tegelijk. Aan de muren hingen sterretjes en lichtjes. Je bleef geconcentreerd, want je wilde alles onthouden wat hij je vertelde. Je vroeg om een second opinion, omdat dat het enige was dat je kon doen. Hoeveel films hebben we niet samen bekeken waar de tweede kans van een verliezer een winnaar maakt? Een andere dokter kwam en ging. Jij belde mensen. Steeds weer stond je bij me en pakte je mijn hand.

De doktoren verschilden niet van mening en de dagen gingen voorbij. Het werd drukker op mijn kamer – familie, vrienden – en daarna werd het leeg. Zelfs jij was er niet, soms.

Op de grond mijn tas. Mijn agenda. Woensdagochtend 11:00 uur afspraak fysiotherapeut. Vrijdag 20:00 uur theater. Zaterdag, zoals altijd, tennis. Over twee weken vakantie. Met grote letters. VRIJ. VRIJ. VRIJ. Mijn gsm. De batterij zo goed als leeg. Twee sms’jes ontvangen, 9 oproepen gemist. Bijna allemaal van jou, die dag. Mijn paspoort verloopt op 7 november 2009. In het notitieblok lijstjes. Boodschappen. To do week 49. Verlanglijstje. Een paar boektitels. Hij staat naast mijn bed. Je hebt hem nog niet aangeraakt. Het is immers míjn tas. Ik kocht hem op een zondagmiddag in Bedford Avenue, een hele tijd geleden. Het was de gelukkigste dag van mijn leven. De zon scheen en de tijd stond stil.