Wednesday, February 11, 2009

Island in the sun

Paul en ik landden een kleine twee weken geleden op Koh Samui en namen meteen de boot naar het nabij gelegen eiland Koh Pangan, dat bekend staat op zijn Full Moon Partys, grote dancepartys midden in de jungle. Die feesten zijn zo’n succes dat er inmiddels ook Half Moon en Black Moon Partys gehouden worden. Nu ben ik niet zo’n partygoer maar ik had wel gehoord dat het eiland erg de moeite waard was. Na aankomst op het eiland moesten we op de een of andere manier naar de andere kant zien te komen waar ons hotel lag. Dat kon per boot (heel duur) of per auto (goedkoop). Wij hadden al snel een busje geregeld, maar het busje wilde alleen vertrekken als er meer mensen mee gingen. En die leken er niet te zijn. Van de oorspronkelijke prijs van 600 Baht (12 euro) gingen we tot aan 1000 Baht, maar de chauffeur wilde niet rijden. Toen we het busje weer uitstapten, kwam er echter een stel aanlopen dat ook in totaal 600 Baht wilde betalen en zo ging de chauffeur op weg voor in totaal 1200, terwijl wij zojuist nog 1000 hadden geboden voor ons alleen. Beetje vreemde logica dus. En er waren wel meer dingen vreemd aan de chauffeur. Zo leek hij niet bekend met het begrip ‘koppeling’ en reden we dus keer op keer half een berg op, waarna we bleven hangen en we uiteindelijk in zijn 1 naar boven kachelden. De wegen naar ons hotel waren op zijn zachtst gezegd primitief. In het begin viel het nog wel mee, maar na een half uurtje rijden verschenen voor mij de allerslechtste wegen die ik ooit in mijn leven heb gezien, slechter dan in Noord-Ghana. Neem de slechtste weg uit Noord-Ghana, laat daar vervolgens een kudde olifanten over heen en weer rennen en dan heb je de weg waar ik nu over reed. Het was dus niet te verwachten dat we uiteindelijk het allermooiste hotel bereikten dat ik ooit heb gezien, maar toch was het waar.
Ons hotel lag aan een kleine baai waar enkele andere hotels ook aanlagen. Het hotel was gebouwd op een rots. Bovenop de rots lagen de kamers en het zwembad en onder aan de rots was het privĂ© strand en het restaurant waar ’s avonds gebarbecued werd (en vals gezongen werd door de leadzangeres van de huisband en we bediend werden door een transseksuele ober/serveerster, wat ik erg progressief vond voor Koh Pangan tot ik op Koh Samui leerde dat dat wel meeviel…). Paul en ik hadden een kamer met een groot balkon van waar we de zee en het zwembad konden zien. En een hele hoop sterren in de lucht. De dagen die volgden waren gevuld met grote beslissingen: zwembad of strand? Lychee shake of pineapple shake? Tijdschrift of boek? Rug of buik? Mojito of Caipirinha?

De zee was perfecter dan ik ooit heb meegemaakt: heel zacht wit zand (ook in het water), kalme golven en helder lichtblauw water. En als ik in de schaduw wilde liggen, dan kwam er een hotelmedewerker een parasol voor me neerzetten. Hyper decadent, maar tegelijkertijd enorm ontspannend. Zelfs de sfeer tussen Paul en mij ontdooide. Het was dus even schrikken toen we, drie dagen later, terug kwamen op Koh Samui en ons vestigden in een hotel aan het drukste strand van dat eiland. Denk Les Deux Alpes, maar dan op zijn zomers. Het hele strand was volledig volgebouwd met restaurantjes, massagesalons en hotels en lag vol met europeanen, japanners en amerikanen. De zee was wat wilder, maar nog steeds mooi, maar het duurde een paar dagen voor we Koh Pangan achter ons konden laten. En het was ook een stuk duurder allemaal: zes euro voor een gehele maaltijd vonden wij toch wel erg prijzig J. Ons mooiste moment op het eiland was toen we een taxi namen en ons naar de andere kant lieten rijden, waar we een restaurantje vonden met tafeltjes midden op het strand waar bijna niemand was. Daar hebben we twee uur zitten kijken naar de zonsondergang.



No comments:

Post a Comment